3D-printen is een methode waarbij je driedimensionale objecten maakt op basis van een cmputermodelbestand. Er bestaan tegenwoordig veel verschillende manieren van 3D-printen. De 3D-printers van Dremel werken op basis van Fused Filament Fabrication (of FFF) waarbij lagen van gesmolten plastic boven op elkaar worden geëxtrudeerd tot een object ontstaat.
De bouwkwaliteit hangt af van een aantal factoren zoals de laagdikte en de slicer-instellingen. De printers van Dremel extruderen filament in laagjes die dunner zijn dan een velletje papier, van 50 tot 300 microns (0,05 - 3 mm). Hoe dunner de lagen, hoe gedetailleerder er geprint kan worden. Ook kunnen veel slicer-instellingen van invloed zijn op de bouwkwaliteit. De instellingen van DigiLab Slicer zijn geoptimaliseerd voor de 3D-printers van Dremel.
3D20: het maximale bouwvolume bedraagt 230 x 150 x 140 mm.
3D40, 3D40 Flex en 3D45: het maximale bouwvolume bedraagt 254 x 154 x 170 mm, 30% groter dan de 3D20.
Hoelang het duurt om een 3D-object te bouwen, hangt af van de grootte en complexiteit van het modelbestand. Dit is geen exacte wetenschap. De 3D-modelbestanden van Dremel geven een schatting van de bouwtijd aan ter referentie.
De dikte van de objectlagen kun je zelf kiezen. Bij de 3D40-, 3D40 Flex- en 3D45-printers bedraagt de maximale resolutie 50 microns (0,05 mm). De maximale resolutie van de 3D20 bedraagt 100 microns (0,1 mm). De minimale resolutie bedraagt voor alle printers 300 microns (0,30 mm). Hoe hoger de resolutie, hoe dunner elke laag en hoe beter je object eruit zal zien. De laagresolutie hangt af van de instelling:
Laag - 0,3 mm
Gemiddeld - 0,2 mm
Hoog - 0,1 mm
Ultra - 0,05 mm (alleen 3D40 en 3D45)
Het is goed als objecten aan het printbed blijven plakken, aangezien ze tijdens het bouwen stevig aan het printbed moeten hechten. Dit zorgt voor een stabiel object tijdens het bouwen. Als je geprinte objecten te moeilijk te verwijderen zijn, bevindt de spuitmond zich wellicht te dicht op het printbed. Pas dan bij de instellingen (ondersteunde kalibratie spuitmondgat) de eerste laaghoogte aan. Hier vind je instructies voor het kalibreren van de spuitmond: Zelf repareren Neem contact op met de klantenservice als je vragen hebt of als dit niet werkt. Raadpleeg de handleiding voor instructies over het verwijderen van objecten.
Op de volgende pagina kun je Dremel 3D-printers in actie zien: zelf repareren.
3D20: verkorte gebruikershandleiding, PLA-filament (1x 0,5 kg spoel), USB-kabel, SD-kaart met modelbestanden en Dremel 3D-software, printbedtape, een objectgrijper, instructiehandleiding, extruderontstopper en afstellingsblad. 3D40: verkorte gebruikershandleiding, PLA-filament (1x 0,5 kg spoel), USB-kabel, USB-stick met modelbestanden en DigiLab Slicer-software, printbedtape (2), een objectgrijper, instructiehandleiding, extruderontstopper en printbedblad. 3D40 Flex: verkorte gebruikershandleiding, PLA-filament (1x 0,5 kg spoel), USB-kabel, USB-stick met modelbestanden en DigiLab Slicer-software, printbedtape (2), een objectgrijper, instructiehandleiding, extruderontstopper en flexibel printbed. 3D45: verkorte gebruikershandleiding, Eco-ABS-filament (1x 0,5 kg spoel), PETG-filament (1x 0,5 kg spoel), USB-kabel, USB-stick met modelbestanden en DigiLab Slicer-software, printbedlijm, een objectgrijper, instructiehandleiding, extruderontstopper en printbedblad.
3D-printers en PLA-filament van Dremel worden verkocht in geselecteerde winkels door het land evenals online. DigiLab - online dealerzoeker.
3D20: Op de Dremel 3D20 zit geen deurvergrendeling of -controle. 3D40 en 3D45: De deuren worden gecontroleerd en beide deuren moeten gesloten zijn om op afstand een print uit te kunnen voeren vanuit de Dremel Print Cloud. Dit zorgt ervoor dat er geen handen in de printer kunnen komen wanneer er met printen is gestart door een gebruiker die niet in de buurt is. Op elk ander moment, ook tijdens het bouwen van een object, zal er door het openen van een deur een waarschuwingsbericht op het scherm verschijnen.
Nee, er zit geen noodstopknop op, maar je kunt de stroomtoevoer van alle Dremel 3D-printers met de aan-/uitschakelaar aan de zijkant direct onderbreken.
De 3D40- en 3D45-printers zijn uitgerust met ‘Quick Level', een functie waarmee de positie van het printbed met smart-sensortechnologie wordt gedetecteerd. Aan de achterzijde van het printbed wordt een referentiepunt vastgesteld. Vervolgens wordt dit genivelleerd met de twee instelbare punten aan de voorzijde. Hierna wordt genivelleerd tot alle punten zich op gelijke hoogte bevinden.
Dremel-filament wordt gemaakt om de hoogste kwaliteit tijdens gebruik te bieden en zorgt ervoor dat je Dremel 3D-printer soepel werkt. Ook maakt de DigiLab 3D45 gebruik van specifieke RFID-informatie die op elke spoel wordt opgeslagen zodat de juiste temperatuur, juiste snelheid en andere correcte parameters worden gebruikt voor elk filamenttype.
Alle Dremel PLA's zijn compatibel met alle Dremel 3D-printers. De geavanceerde filamenttypes (Eco-ABS, nylon, etc.) zijn uitsluitend compatibel met de nieuwe DigiLab 3D45.
Voor de Dremel 3D20 en 3D40 moet je uitsluitend PLA-filament van Dremel gebruiken. Voor de DigiLab 3D45 kun je PLA, Eco-ABS en nylon van Dremel gebruiken. Andere filamenttypes kunnen de printers beschadigen en maken de garantie ongeldig.
Hoelang je filament meegaat, hangt af van diverse factoren, waaronder de gekozen printkwaliteit, opvuldichtheid en de hoeveelheid benodigd steunmateriaal. Zo bevat elke PLA-spoel van Dremel ten minste 175 meter filament. Voor de standaardkikkerprint van Dremel is ongeveer 5 meter filament nodig. Met elke spoel zou je dus ongeveer 35 kikkers moeten kunnen printen.
Door je filament op de juiste manier te bewaren, verleng je de levensduur van het filament. Filament moet altijd worden bewaard op een koele, droge plaats die niet onderhevig is aan temperatuursschommelingen of vocht. Bewaar je filament altijd in het krimpfolie tot je het gaat gebruiken. Filament dat onderhevig is aan vocht of extreme temperaturen kan broos worden of moeilijker smelten.
Nee, Dremel heeft een speciaal aangepaste PLA-mix ontworpen met de eigenschappen van ABS. Om gezondheidsredenen hebben we filament van ABS vermeden.
3D20: Sluit je printer met de USB-kabel op je computer aan. Klik op de knop ‘Machine-informatie’ in het menu ‘Extra’. Vergelijk deze informatie met de meest recente versie die je vanaf onze website kunt downloaden.
3D40 en 3D45: Verbind je printer met de ethernetkabel of via wifi met internet. Elke keer dat je de printer inschakelt, zal er automatisch op updates gecontroleerd worden. Ook vind je in het menu ‘Extra’ een knop ‘Controleren op updates’. Als je machine niet met internet is verbonden, kun je de firmwareversie controleren in het scherm ‘Info’ in het menu ‘Extra’ en de versie vergelijken met de versie die hier op de website gedownload kan worden.
Download eerst hier het firmware-pakket vanaf de website. Pak dit .zip-bestand uit op een lege USB-stick. Schakel je printer uit en steek de USB-stick in de USB-poort aan de voorzijde. Schakel de printer weer in en volg de instructies die verschijnen. Neem hier contact op met de klantenservice als dit niet werkt.
Je nieuwe Dremel-printer wordt geleverd met een USB-stick (3D40, 3D45) of SD-kaart (3D20) met hierop een slicersoftwarepakket. De slicersoftware is bij elke printerrelease opnieuw geüpgraded. De nieuwe versie van DigiLab 3D Slicer vind je hier. Deze software kan worden gebruikt voor de 3D20, 3D40 en 3D45. Voor de 3D40 en 3D45 kan ook gebruik worden gemaakt van een cloud-gebaseerde service voor printen op afstand. Hiermee kun je op afstand slicen, beginnen met printen en je prints op afstand volgen. Uitsluitend bij de 3D45 krijg je bij het op afstand volgen van prints ook de status van plaatselijk begonnen prints en een videostatus te zien. Je kunt hier inloggen op de Dremel Print Cloud.
De Dremel 3D20 kan alleen .g3drem-bestanden bouwen. Deze bestanden kan je maken met Dremel DigiLab 3D Slicer of Simplify3D. Beide programma's kunnen overweg met .STL- en .OBJ-bestanden.
De Dremel 3D40 kan .g3drem-, .gcode- en .g-bestanden bouwen. Deze bestanden kan je maken met Dremel DigiLab 3D Slicer of Simplify3D. Beide programma's kunnen overweg met .STL- en .OBJ-bestanden. De Dremel 3D45 kan .g3drem-, .gcode- en .g-bestanden bouwen. Deze bestanden kan je maken met Dremel DigiLab 3D Slicer of Simplify3D. Beide programma's kunnen overweg met .STL- en .OBJ-bestanden.
Dremel heeft gebruikgemaakt van de kennis van de 3D-printgemeenschap door open source-elementen in onze printers en slicersoftware op te nemen. Alle toeschrijvingen zijn gedaan en de van toepassing zijnde code is beschikbaar voor de gemeenschap. Raadpleeg je handleiding voor instructies.
Zowel de 3D40 (nieuwste firmware) als de 3D45 kunnen overweg met de volgende algemene .gcode-bestandsindelingen: .g3drem, .gcode, and .g. De volgende slicers worden officieel ondersteund: Dremel Digilab 3D Slicer, 3D PrinterOS en Simplify 3D. Hoewel code van andere slicers zal werken, is het mogelijk dat je de instellingen zelf moet optimaliseren.
Als de Dremel DigiLab 3D-software geen verbinding met de printer kan maken, zorg dan eerst dat de USB-kabel goed aangesloten is. Zorg er vervolgens voor dat het stuurprogramma correct is geïnstalleerd. Controleer je besturingssysteem om problemen met de installatie van je stuurprogramma op te lossen. Neem contact op met de klantenservice voor verdere probleemoplossing.
Een model wordt rood wanneer het te groot is voor het bouwoppervlak, wanneer het boven het printbed zweeft of wanneer een deel van het model zich buiten het bouwoppervlak bevindt. Gebruik de functies ‘Schalen’ en ‘Verplaatsen’ in de Dremel 3D-software om het model zo aan te passen dat het zich binnen het bouwoppervlak bevindt.
Dit kan diverse redenen hebben. Een veelvoorkomende reden is dat het modelbestand buiten het bouwoppervlak is opgeslagen of zo klein geschaald is dat je het niet kan zien. Aangeraden wordt de functie ‘Verplaatsen’ te gebruiken om het model te centreren en de functie ‘Schalen’ om het model te vergroten.
Helaas kan Dremel 3D geen modellen repareren. Je kan het beste Print Studio of DigiLab 3D Slicer gebruiken. Beide programma's kunnen met gebrekkige modellen werken.
Dremel DigiLab 3D Slicer is Dremels eigen slicersoftware. De software is gebaseerd op de open source Cura-software met diverse aanpassingen specifiek voor Dremel-printers. We blijven 3D Slicer ontwikkelen om de mogelijkheden en het gebruiksgemak te vergroten.
Ja, beide zijn mogelijk.
Ondersteunde besturingssystemen:
Apple® Mac® OS® wordt op dit moment niet ondersteund. Dit wordt onderdeel van de eerste update. Microsoft® Windows® 7 SP1, 64-bits (32-bits niet ondersteund)
Microsoft Windows 8.1, 64-bit (32-bits (32-bits niet ondersteund)
Microsoft Windows 10, 64-bits (32-bits niet ondersteund)
Minimale systeemspecificaties voor Windows:
CPU: 64-bits processor (32-bits niet ondersteund)
Geheugen: 3 GB RAM (4 GB of meer aanbevolen)
Opslag: 300 MB vrije schijfruimte voor installatie
Grafisch: grafische chip compatibel met OpenGL 2, voor laagweergave in 3D OpenGL 4.1
Je kan DigiLab 3D Slicer nu gebruiken met je 3D20.
Het is mogelijk dat het model dat je probeert te bouwen corrupt is of het bestandstype niet ondersteund wordt. Schakel de printer uit en vervolgens weer in en probeer een van de vooraf geladen modellen te printen. Controleer ook of de firmware up-to-date is aangezien er bij eerdere versies problemen waren met alternatieve bestandstypes.
Een verkeerde uitlijning van de extruder wordt vaak veroorzaakt doordat het filament in de war zit. Hierdoor kan de extruder niet naar rechts bewegen. Controleer of de spoel het filament vrij toevoert. Er kan ook sprake zijn van een verkeerde uitlijning wanneer delen van een bouwwerk dat uit meerdere delen bestaat loskomen van het printbed. Deze losse delen kunnen tussen de extruder en andere delen van het bouwwerk bekneld raken. Neem contact op met de klantenservice als dit herhaaldelijk gebeurt.
3D20: Het printbed is niet langer uitgelijnd. Nivelleer het opnieuw met behulp van het meegeleverde afstellingsblad. 3D40/3D45: Probeer het printbed eerst opnieuw te nivelleren. Als dit het probleem niet oplost, pas dan bij de instellingen (ondersteunde kalibratie spuitmondgat) het spuitmondgat aan. Je vindt de instructies hier: Zelf repareren Neem contact op met de klantenservice als je vragen hebt of als dit niet werkt.
De meeste verstoppingen worden veroorzaakt door niet-smeltend afval dat zich in de extruder ophoopt. Daarom is het belangrijk om het filament schoon te houden wanneer het geopend is, maar niet wordt gebruikt. Verstoppingen kunnen ook worden veroorzaakt door een te hard terugtrekken van printbestanden, het gebruiken van een hoge temperatuur in combinatie met filament met een laag smeltpunt en gekartelde of omgebogen eindjes wanneer het filament wordt gewisseld.
Je kunt je extruder ontstoppen door je extruderontstopper te gebruiken en de volgende stappen uit te voeren: zelf repareren. Als dat niet werkt, neem dan contact op met de klantenservice.
3D20: Zorg dat de bekabelingsbuis van de extruder (buis met zwarte mesh behuizing) vrij kan bewegen en zich niet bij het printbed of de geleiderails bevindt. Als deze vastraakt aan het printbed, beweegt de extruder niet terug naar de beginpositie en kan een hard geluid te horen zijn. 3D40 en 3D45: Zorg dat het filament niet verward zit rond de spoel. Kijk ook of de extruder niet vastzit aan het printbed of een hierop gebouwd object.
Neem voor onderhoudsinformatie contact op met Dremel klantenservice. Bezoek de pagina Support voor de contactgegevens.
Dremel heeft wereldwijd servicecentra. Het adres voor retourzendingen vind je hier.
Ja. Dremel heeft hard aan de verpakking gewerkt zodat het uit- en inpakken van je Dremel 3D-printer snel en gemakkelijk gaat. De verpakking is handig om de printer later nog eens te verplaatsen of te bewaren.