Veelgestelde vragen
3D-PRINTEN - ALGEMEEN
3D-printen is een methode waarbij je driedimensionale objecten maakt op basis van een cmputermodelbestand. Er bestaan tegenwoordig veel verschillende manieren van 3D-printen. De 3D-printers van Dremel werken op basis van Fused Filament Fabrication (of FFF) waarbij lagen van gesmolten plastic boven op elkaar worden geëxtrudeerd tot een object ontstaat.
De bouwkwaliteit hangt af van een aantal factoren zoals de laagdikte en de slicer-instellingen. De printers van Dremel extruderen filament in laagjes die dunner zijn dan een velletje papier, van 50 tot 300 microns (0,05 - 3 mm). Hoe dunner de lagen, hoe gedetailleerder er geprint kan worden. Ook kunnen veel slicer-instellingen van invloed zijn op de bouwkwaliteit. De instellingen van DigiLab Slicer zijn geoptimaliseerd voor de 3D-printers van Dremel.
3D20: het maximale bouwvolume bedraagt 230 x 150 x 140 mm.
3D40, 3D40 Flex en 3D45: het maximale bouwvolume bedraagt 254 x 154 x 170 mm, 30% groter dan de 3D20.
Hoelang het duurt om een 3D-object te bouwen, hangt af van de grootte en complexiteit van het modelbestand. Dit is geen exacte wetenschap. De 3D-modelbestanden van Dremel geven een schatting van de bouwtijd aan ter referentie.
De dikte van de objectlagen kun je zelf kiezen. Bij de 3D40-, 3D40 Flex- en 3D45-printers bedraagt de maximale resolutie 50 microns (0,05 mm). De maximale resolutie van de 3D20 bedraagt 100 microns (0,1 mm). De minimale resolutie bedraagt voor alle printers 300 microns (0,30 mm). Hoe hoger de resolutie, hoe dunner elke laag en hoe beter je object eruit zal zien. De laagresolutie hangt af van de instelling:
Laag - 0,3 mm
Gemiddeld - 0,2 mm
Hoog - 0,1 mm
Ultra - 0,05 mm (alleen 3D40 en 3D45)
Het is goed als objecten aan het printbed blijven plakken, aangezien ze tijdens het bouwen stevig aan het printbed moeten hechten. Dit zorgt voor een stabiel object tijdens het bouwen. Als je geprinte objecten te moeilijk te verwijderen zijn, bevindt de spuitmond zich wellicht te dicht op het printbed. Pas dan bij de instellingen (ondersteunde kalibratie spuitmondgat) de eerste laaghoogte aan. Hier vind je instructies voor het kalibreren van de spuitmond: Zelf repareren Neem contact op met de klantenservice als je vragen hebt of als dit niet werkt. Raadpleeg de handleiding voor instructies over het verwijderen van objecten.
Er zijn een boel redenen waarom objecten niet aan het printbed blijven plakken. Zorg allereerst dat het printbedtape schoon is, er geen vuil aan kleeft en dat het niet gescheurd is. Controleer vervolgens of het printbed genivelleerd is. Dit zijn de twee voornaamste oorzaken dat objecten niet blijven plakken. Als je geprinte objecten nog steeds niet blijven plakken, bevindt de spuitmond zich wellicht te ver van het printbed. Pas dan bij de instellingen (ondersteunde kalibratie spuitmondgat) de eerste laaghoogte aan. Hier vind je instructies voor het kalibreren van de spuitmond: Zelf repareren Neem contact op met de klantenservice als je vragen hebt of als dit niet werkt.
Ja. Je kan het bouwen pauzeren en tijdens het pauzeren het filament vervangen. Het printen kan eenvoudig worden hervat nadat je het filament hebt vervangen.
Het ontwerp van het model moet mogelijk worden geoptimaliseerd. Bij hoeken van meer dan 45 graden verticaal is externe ondersteuning noodzakelijk om instorten te voorkomen. Maar zelfs met ondersteuning moeten sommige objecten op een bepaalde manier worden geplaatst zodat ze tijdens het printen stabiel blijven. Of mogelijk is er een extra laag nodig voor hechting van het model. Klik in de Digilab slicer op "Generate Support" en "Build Plate Adhesion". Als je dan toch nog problemen hebt, kun je voor aanvullende suggesties contact opnemen met de klantenservice.
Ja, dat kan met behulp van steunen, die door het slicegereedschap worden gemaakt. Klik in DigiLab Slicer op de knop "Generate Support".
Steunmateriaal is ontworpen om gemakkelijk te verwijderen en het laat zo min mogelijk sporen achter op je print. Als je toch wat sporen vindt, kun je ze met fijn schuurpapier verwijderen.
Alleen voor de 3D20, 3D40 en 3D40 Flex is printbedtape vereist. Het zwarte printbedtape gaat tot 50 prints mee; het blauwe printbedtape gaat tot 10 prints mee. Het zwarte printbedtape kan met een milde reinigingsspray worden gereinigd. Dit verlengt de levensduur.
Beide soorten printbedtape bieden dezelfde bouwkwaliteit. Het grootste verschil is dat het zwarte printbedtape duurzamer is en dat dit objecten beter hecht.
Je kunt het beste de horizontale overhang beperken, omdat dit ondersteuning vereist en dit het contactoppervlak met het printbed vergroot. Hiervoor is geen vaste positie te geven. Je zult wat moeten experimenteren om het beste resultaat te bereiken.
Dit is het uiteinde of de rand die wordt gebruikt om de spuitmond voor te bereiden zodat het filament er soepel uitkomt voordat aan het echte model wordt begonnen.
Je 3D40- of 3D45-printer kun je registreren in de Dremel Print Cloud. Hierdoor kun je modellen uploaden, aanpassen en slicen, een print beginnen en je print van op afstand volgen tot deze klaar is. Als je een 3D45-printer hebt, kun je via de ingebouwde camera de voortgang volgen. De Dremel Print Cloud is toegankelijk via softwarepagina.
3D - SPECIFIEK
Op de volgende pagina kun je Dremel 3D-printers in actie zien: zelf repareren.
3D20: verkorte gebruikershandleiding, PLA-filament (1x 0,5 kg spoel), USB-kabel, SD-kaart met modelbestanden en Dremel 3D-software, printbedtape, een objectgrijper, instructiehandleiding, extruderontstopper en afstellingsblad. 3D40: verkorte gebruikershandleiding, PLA-filament (1x 0,5 kg spoel), USB-kabel, USB-stick met modelbestanden en DigiLab Slicer-software, printbedtape (2), een objectgrijper, instructiehandleiding, extruderontstopper en printbedblad. 3D40 Flex: verkorte gebruikershandleiding, PLA-filament (1x 0,5 kg spoel), USB-kabel, USB-stick met modelbestanden en DigiLab Slicer-software, printbedtape (2), een objectgrijper, instructiehandleiding, extruderontstopper en flexibel printbed. 3D45: verkorte gebruikershandleiding, Eco-ABS-filament (1x 0,5 kg spoel), PETG-filament (1x 0,5 kg spoel), USB-kabel, USB-stick met modelbestanden en DigiLab Slicer-software, printbedlijm, een objectgrijper, instructiehandleiding, extruderontstopper en printbedblad.
3D-printers en PLA-filament van Dremel worden verkocht in geselecteerde winkels door het land evenals online. DigiLab - online dealerzoeker.
3D20: Op de Dremel 3D20 zit geen deurvergrendeling of -controle. 3D40 en 3D45: De deuren worden gecontroleerd en beide deuren moeten gesloten zijn om op afstand een print uit te kunnen voeren vanuit de Dremel Print Cloud. Dit zorgt ervoor dat er geen handen in de printer kunnen komen wanneer er met printen is gestart door een gebruiker die niet in de buurt is. Op elk ander moment, ook tijdens het bouwen van een object, zal er door het openen van een deur een waarschuwingsbericht op het scherm verschijnen.
Nee, er zit geen noodstopknop op, maar je kunt de stroomtoevoer van alle Dremel 3D-printers met de aan-/uitschakelaar aan de zijkant direct onderbreken.
De 3D40- en 3D45-printers zijn uitgerust met ‘Quick Level', een functie waarmee de positie van het printbed met smart-sensortechnologie wordt gedetecteerd. Aan de achterzijde van het printbed wordt een referentiepunt vastgesteld. Vervolgens wordt dit genivelleerd met de twee instelbare punten aan de voorzijde. Hierna wordt genivelleerd tot alle punten zich op gelijke hoogte bevinden.
Bekijk de vergelijkingstabel op onze website om de verschillen tussen de 3D20, 3D40 en 3D45 te zien.
Nee, al Dremels 3D-printers (3D20,3D40 & 3D45) zijn voorzien van een enkel extrudersysteem.
Spoel het model af met water of veeg het schoon met een vochtige doek.
De 3D45 beschikt over een aantal extra functies ten opzichte van de 3D40:
- ondersteunt diverse filamenttypes: PLA, Eco-ABS, nylon en PETG bij de lancering, later volgen er meer;
- camera voor het op afstand volgen van bouwwerken;
- detectie van filamenttype en -lengte;
- verwarmd printbed om vervorming van de modellen te verminderen;
- groter touchscreen en nieuwe gebruikersinterface;
- luchtafvoerfilter voor koolstofdeeltjes en actieve kool.
Het verwarmde printbed helpt vervormen van bouwwerken voorkomen. Dit is vooral nuttig bij de meer technische materiaalsoorten, zoals nylon en Eco-ABS.
De meegeleverde lijm is het beste, veiligste materiaal dat we konden vinden dat met alle filamenttypes werkt die door de 3D45 worden ondersteund. Het zorgt voor een stevige hechting die voorkomt dat bouwwerken mislukken.
Verwijder het printbed van de printer en spoel het af met warm water. Dit zorgt dat de lijm oplost. Laat het gereinigde printbed drogen voor je het weer op de 3D45 installeert.
Je hoeft het printbed niet na elk bouwwerk te reinigen om de lijm te verwijderen. Na het bouwen kun je de ruwe randjes eraf schrapen en meer lijm gebruiken. Dit kan goed werken zodra je een paar lagen hebt opgebouwd. Als er diepe groeven in de lijmlaag ontstaan, moet je de lijm eraf wassen. Dit moet je ook doen als de lijm zich oneven heeft opgehoopt en het printbed hierdoor niet meer uitgelijnd is.
Als je lijmresten op de nivelleringssensor ziet zitten, kun je deze er met een zijdelingse beweging voorzichtig afschrapen. Gebruik geen scherp gereedschap of gereedschap dat het mechanisme kan beknellen. Zorg dat je de spuitmond achter de nivelleringssensor niet aanraakt, deze kan heet zijn.
Dankzij de RFID-tag kan de DigiLab 3D45-printer herkennen welk type filament er in de printer zit. Op basis van deze informatie stelt de 3D45 de juiste temperatuur en printsnelheid in voor het beste printresultaat. De printer doet dit zelfs als het originele printbestand is geslicet voor een andere materiaalsoort. Ook kan de 3D45 op basis van de RFID-tag in de gaten houden hoeveel filament er nog op de spoel zit, zodat je een waarschuwing krijgt als er niet genoeg filament op zit om een print te voltooien.
Met de Dremel slicersoftware kun je via Local Area Network (LAN) printen met cameraondersteuning. Instructies over hoe je dit doet, vind je hier: https://digilab.dremel.com/blog/dremel-digilab-3d-slicer-update
Als de lijm te stevig hecht, kun je het beste de meegeleverde objectgrijper (schraper) gebruiken. Plaats de objectgrijper onder een hoek of zijkant en duw tot het bouwwerk loslaat.
De slangadapter is bedoeld voor gebruik met een rookafzuigsysteem of buisventilator. Je moet eerst het slangadapterbestand printen dat op de printer staat. Dit kan je printen van elk gewenst materiaal (PLA, Eco-ABS of nylon). Als je een rookafzuigsysteem gebruikt, zet dit dan iedere keer dat je de printer gebruikt aan.
De 3D45 kiest voor elk filamenttype de optimale instellingen. We begrijpen echter dat je de instellingen zelf wilt kunnen aanpassen. De printinstellingen zijn op twee niveaus door de gebruiker in te stellen. 1. Druk op het hoofdscherm op FILAMENT > FILAMENTINSTELLINGEN BEKIJKEN/BEWERKEN. Hier kun je de temperatuur en snelheid specificeren. Deze instellingen worden onthouden zolang de spoel in de printer zit. 2. Druk op het hoofdscherm op EXTRA > INSTELLINGEN > GEAVANCEERDE MODUS. Als je ‘PRIORITEIT G-CODE-INSTELLINGEN’ selecteert, zal de printer altijd de printinstellingen uit het printbestand gebruiken. Zo kun je parameters in je slicer wijzigen en ervoor zorgen dat de printer deze gebruikt.
Er is een filter voor koolstofdeeltjes en een filter voor actieve koolstof.
Dremel biedt de mogelijkheid 3D45-printers op ventilatiesystemen en rookafzuigsystemen aan te sluiten.
WAARSCHUWING: Let erop dat de extrudermond niet beschadigd raakt tijdens het verwijderen van materiaalafval. De Dremel 3D Idea Builder functioneert niet goed wanneer de extrudermond is beschadigd; deze zal dan moeten worden vervangen. WAARSCHUWING: Raak de extrudermond van de Dremel 3D Idea Builder niet aan tijdens gebruik of totdat de mond is afgekoeld tot een temperatuur van 60° C. Aanraking van de extrudermond tijdens of kort na gebruik kan leiden tot persoonlijk letsel. Verwijder eventueel achtergebleven plastic uit de extrudermond met een kleine punttang. Als het materiaal lastig te verwijderen blijkt, moet je de extruder mogelijk verwarmen tot het zacht genoeg is om te verwijderen.
FILAMENT
Dremel-filament wordt gemaakt om de hoogste kwaliteit tijdens gebruik te bieden en zorgt ervoor dat je Dremel 3D-printer soepel werkt. Ook maakt de DigiLab 3D45 gebruik van specifieke RFID-informatie die op elke spoel wordt opgeslagen zodat de juiste temperatuur, juiste snelheid en andere correcte parameters worden gebruikt voor elk filamenttype.
Alle Dremel PLA's zijn compatibel met alle Dremel 3D-printers. De geavanceerde filamenttypes (Eco-ABS, nylon, etc.) zijn uitsluitend compatibel met de nieuwe DigiLab 3D45.
Voor de Dremel 3D20 en 3D40 moet je uitsluitend PLA-filament van Dremel gebruiken. Voor de DigiLab 3D45 kun je PLA, Eco-ABS en nylon van Dremel gebruiken. Andere filamenttypes kunnen de printers beschadigen en maken de garantie ongeldig.
Hoelang je filament meegaat, hangt af van diverse factoren, waaronder de gekozen printkwaliteit, opvuldichtheid en de hoeveelheid benodigd steunmateriaal. Zo bevat elke PLA-spoel van Dremel ten minste 175 meter filament. Voor de standaardkikkerprint van Dremel is ongeveer 5 meter filament nodig. Met elke spoel zou je dus ongeveer 35 kikkers moeten kunnen printen.
Door je filament op de juiste manier te bewaren, verleng je de levensduur van het filament. Filament moet altijd worden bewaard op een koele, droge plaats die niet onderhevig is aan temperatuursschommelingen of vocht. Bewaar je filament altijd in het krimpfolie tot je het gaat gebruiken. Filament dat onderhevig is aan vocht of extreme temperaturen kan broos worden of moeilijker smelten.
Nee, Dremel heeft een speciaal aangepaste PLA-mix ontworpen met de eigenschappen van ABS. Om gezondheidsredenen hebben we filament van ABS vermeden.
Voor al Dremels filamenttypes zijn veiligheidsinformatiebladen beschikbaar. Neem contact op met de klantenservice om deze te ontvangen.
De materiaalspecificaties van alle filamenttypes vind je hier: filament-productpagina.
Dit komt omdat het zakje droogmiddel dat bij het filament zit, is gescheurd. Dit gebeurt wel vaker en het ‘vuil’ dat je in de verpakking ziet, is een vorm van zout die het filament droog houdt wanneer dit wordt bewaard. Nadat het filament geopend is, kan dit veilig bij het afval worden gegooid. Eet het niet op, ondanks dat het zout bevat.
SOFTWARE
Algemeen
3D20: Sluit je printer met de USB-kabel op je computer aan. Klik op de knop ‘Machine-informatie’ in het menu ‘Extra’. Vergelijk deze informatie met de meest recente versie die je vanaf onze website kunt downloaden.
3D40 en 3D45: Verbind je printer met de ethernetkabel of via wifi met internet. Elke keer dat je de printer inschakelt, zal er automatisch op updates gecontroleerd worden. Ook vind je in het menu ‘Extra’ een knop ‘Controleren op updates’. Als je machine niet met internet is verbonden, kun je de firmwareversie controleren in het scherm ‘Info’ in het menu ‘Extra’ en de versie vergelijken met de versie die hier op de website gedownload kan worden.
Download eerst hier het firmware-pakket vanaf de website. Pak dit .zip-bestand uit op een lege USB-stick. Schakel je printer uit en steek de USB-stick in de USB-poort aan de voorzijde. Schakel de printer weer in en volg de instructies die verschijnen. Neem hier contact op met de klantenservice als dit niet werkt.
Je nieuwe Dremel-printer wordt geleverd met een USB-stick (3D40, 3D45) of SD-kaart (3D20) met hierop een slicersoftwarepakket. De slicersoftware is bij elke printerrelease opnieuw geüpgraded. De nieuwe versie van DigiLab 3D Slicer vind je hier. Deze software kan worden gebruikt voor de 3D20, 3D40 en 3D45. Voor de 3D40 en 3D45 kan ook gebruik worden gemaakt van een cloud-gebaseerde service voor printen op afstand. Hiermee kun je op afstand slicen, beginnen met printen en je prints op afstand volgen. Uitsluitend bij de 3D45 krijg je bij het op afstand volgen van prints ook de status van plaatselijk begonnen prints en een videostatus te zien. Je kunt hier inloggen op de Dremel Print Cloud.
De Dremel 3D20 kan alleen .g3drem-bestanden bouwen. Deze bestanden kan je maken met Dremel DigiLab 3D Slicer of Simplify3D. Beide programma's kunnen overweg met .STL- en .OBJ-bestanden.
De Dremel 3D40 kan .g3drem-, .gcode- en .g-bestanden bouwen. Deze bestanden kan je maken met Dremel DigiLab 3D Slicer of Simplify3D. Beide programma's kunnen overweg met .STL- en .OBJ-bestanden. De Dremel 3D45 kan .g3drem-, .gcode- en .g-bestanden bouwen. Deze bestanden kan je maken met Dremel DigiLab 3D Slicer of Simplify3D. Beide programma's kunnen overweg met .STL- en .OBJ-bestanden.
Dremel heeft gebruikgemaakt van de kennis van de 3D-printgemeenschap door open source-elementen in onze printers en slicersoftware op te nemen. Alle toeschrijvingen zijn gedaan en de van toepassing zijnde code is beschikbaar voor de gemeenschap. Raadpleeg je handleiding voor instructies.
Zowel de 3D40 (nieuwste firmware) als de 3D45 kunnen overweg met de volgende algemene .gcode-bestandsindelingen: .g3drem, .gcode, and .g. De volgende slicers worden officieel ondersteund: Dremel Digilab 3D Slicer, 3D PrinterOS en Simplify 3D. Hoewel code van andere slicers zal werken, is het mogelijk dat je de instellingen zelf moet optimaliseren.
De header van printbestanden bevat afbeeldingsinformatie. Sommige slicerprogramma's, zoals Print Studio, kunnen geen afbeeldingsinformatie genereren waar dit bij andere programma's wel mogelijk is. Het al dan niet aanwezig zijn van een afbeelding is op geen enkele wijze van invloed op de printkwaliteit.
Ja, als dat programma een .g3drem-, .gcode- of .g-bestand maakt. De profielen in Print Studio, DigiLab 3D Slicer en Simplify3D zijn echter geoptimaliseerd voor Dremel 3D-printers.
3D-modellen moeten worden opgeslagen in de bestandsindeling .STL of .OBJ in het programma waarin deze zijn gemaakt. Vervolgens kun je elke gewenste slicer gebruiken die door Dremel wordt ondersteund om de bestanden te converteren tot bouwbare modellen. De volgende slicers worden ondersteund: Dremel Digilab 3D Slicer, 3DprinterOS en Simplify 3D.
Ja, dat kan. Met de meeste modelleringssoftware kan je bestanden exporteren naar .STL, het bestandstype dat door Dremel DigiLab 3D Slicer, 3DprinterOS en Simplify3D wordt geaccepteerd.
Als je model te groot is en verkleinen geen optie is, moet je het model in kleinere stukjes breken voordat je gaat slicen. Dit kan in TinkerCad en de meeste andere 3D-programma's.
SOFTWARE
Dremel 3D (3D20)
Als de Dremel DigiLab 3D-software geen verbinding met de printer kan maken, zorg dan eerst dat de USB-kabel goed aangesloten is. Zorg er vervolgens voor dat het stuurprogramma correct is geïnstalleerd. Controleer je besturingssysteem om problemen met de installatie van je stuurprogramma op te lossen. Neem contact op met de klantenservice voor verdere probleemoplossing.
Een model wordt rood wanneer het te groot is voor het bouwoppervlak, wanneer het boven het printbed zweeft of wanneer een deel van het model zich buiten het bouwoppervlak bevindt. Gebruik de functies ‘Schalen’ en ‘Verplaatsen’ in de Dremel 3D-software om het model zo aan te passen dat het zich binnen het bouwoppervlak bevindt.
Dit kan diverse redenen hebben. Een veelvoorkomende reden is dat het modelbestand buiten het bouwoppervlak is opgeslagen of zo klein geschaald is dat je het niet kan zien. Aangeraden wordt de functie ‘Verplaatsen’ te gebruiken om het model te centreren en de functie ‘Schalen’ om het model te vergroten.
Helaas kan Dremel 3D geen modellen repareren. Je kan het beste Print Studio of DigiLab 3D Slicer gebruiken. Beide programma's kunnen met gebrekkige modellen werken.
SOFTWARE
Dremel DigiLab 3D Slicer (3D40 & 3D45)
Dremel DigiLab 3D Slicer is Dremels eigen slicersoftware. De software is gebaseerd op de open source Cura-software met diverse aanpassingen specifiek voor Dremel-printers. We blijven 3D Slicer ontwikkelen om de mogelijkheden en het gebruiksgemak te vergroten.
Ja, beide zijn mogelijk.
Ondersteunde besturingssystemen:
Apple® Mac® OS® wordt op dit moment niet ondersteund. Dit wordt onderdeel van de eerste update. Microsoft® Windows® 7 SP1, 64-bits (32-bits niet ondersteund)
Microsoft Windows 8.1, 64-bit (32-bits (32-bits niet ondersteund)
Microsoft Windows 10, 64-bits (32-bits niet ondersteund)
Minimale systeemspecificaties voor Windows:
CPU: 64-bits processor (32-bits niet ondersteund)
Geheugen: 3 GB RAM (4 GB of meer aanbevolen)
Opslag: 300 MB vrije schijfruimte voor installatie
Grafisch: grafische chip compatibel met OpenGL 2, voor laagweergave in 3D OpenGL 4.1
Je kan DigiLab 3D Slicer nu gebruiken met je 3D20.
PROBLEEM OPLOSSEN
Het is mogelijk dat het model dat je probeert te bouwen corrupt is of het bestandstype niet ondersteund wordt. Schakel de printer uit en vervolgens weer in en probeer een van de vooraf geladen modellen te printen. Controleer ook of de firmware up-to-date is aangezien er bij eerdere versies problemen waren met alternatieve bestandstypes.
Een verkeerde uitlijning van de extruder wordt vaak veroorzaakt doordat het filament in de war zit. Hierdoor kan de extruder niet naar rechts bewegen. Controleer of de spoel het filament vrij toevoert. Er kan ook sprake zijn van een verkeerde uitlijning wanneer delen van een bouwwerk dat uit meerdere delen bestaat loskomen van het printbed. Deze losse delen kunnen tussen de extruder en andere delen van het bouwwerk bekneld raken. Neem contact op met de klantenservice als dit herhaaldelijk gebeurt.
3D20: Het printbed is niet langer uitgelijnd. Nivelleer het opnieuw met behulp van het meegeleverde afstellingsblad. 3D40/3D45: Probeer het printbed eerst opnieuw te nivelleren. Als dit het probleem niet oplost, pas dan bij de instellingen (ondersteunde kalibratie spuitmondgat) het spuitmondgat aan. Je vindt de instructies hier: Zelf repareren Neem contact op met de klantenservice als je vragen hebt of als dit niet werkt.
De meeste verstoppingen worden veroorzaakt door niet-smeltend afval dat zich in de extruder ophoopt. Daarom is het belangrijk om het filament schoon te houden wanneer het geopend is, maar niet wordt gebruikt. Verstoppingen kunnen ook worden veroorzaakt door een te hard terugtrekken van printbestanden, het gebruiken van een hoge temperatuur in combinatie met filament met een laag smeltpunt en gekartelde of omgebogen eindjes wanneer het filament wordt gewisseld.
Je kunt je extruder ontstoppen door je extruderontstopper te gebruiken en de volgende stappen uit te voeren: zelf repareren. Als dat niet werkt, neem dan contact op met de klantenservice.
3D20: Zorg dat de bekabelingsbuis van de extruder (buis met zwarte mesh behuizing) vrij kan bewegen en zich niet bij het printbed of de geleiderails bevindt. Als deze vastraakt aan het printbed, beweegt de extruder niet terug naar de beginpositie en kan een hard geluid te horen zijn. 3D40 en 3D45: Zorg dat het filament niet verward zit rond de spoel. Kijk ook of de extruder niet vastzit aan het printbed of een hierop gebouwd object.
Dit kan het gevolg zijn van een bouwfout of van een slechte hechting van het model. Als een bouwwerk niet goed aan het printbed blijft hechten, kan het door de extruder mee worden getrokken. Als dit gebeurt, gaat het geëxtrudeerde filament plakken en vormt het een grote klont. Zorg dat het bouwoppervlak is uitgelijnd en plakt (goede printbedtape of lijm) om dit te voorkomen. Om de klont weg te halen, verhit je de extruder volledig en trek je de klont eraf met een punttang. Pas hierbij op dat je de messing spuitmond niet beschadigt. Neem contact op met de klantenservice als het probleem niet is opgelost.
Reinig de behuizing van de Dremel 3D-printer met een niet-pluizende doek. Ontdoe de binnenzijde van de printer van zichtbaar vuil. Gebruik voor reiniging geen water, chemische producten of andere schoonmaakmiddelen aangezien deze de Dremel 3D-printer kunnen beschadigen. Controleer altijd of er geen materiaalafval rond de extrudermond zit met een gewone tang.
3D20: Controleer de bekabeling achter de extruder. Wellicht zitten de kabels bekneld tussen de brug en het printbed waardoor de Y-riem gaat slippen. 3D40: Zorg dat je de nieuwste firmware gebruikt. Vroege versies keerden met meer kracht naar de beginpositie terug. Een aanhoudend geluid wanneer de extruder naar de beginpositie terugkeert, kan duiden op een loszittende of slippende riem. Neem contact op met de klantenservice als dit regelmatig gebeurt. 3D45: Een aanhoudend geluid wanneer de extruder naar de beginpositie terugkeert, kan duiden op een loszittende of slippende riem. Neem contact op met de klantenservice als dit regelmatig gebeurt.
Al Dremels 3D-printers schakelen na een stroomonderbreking weer in en gaan dan in inactieve stand. Het vorige printproject wordt automatisch geannuleerd. Als de extruder nog heet is, zullen de ventilatoren aangaan om deze af te koelen.
We raden af om objecten te printen die in direct of indirect contact met levensmiddelen komen.
Draai de spoel eerst een halve slag en probeer het filament nogmaals te laden. De printer zal tijdens het laden zoeken. Kijk naar de bovenste statusbalk. Terwijl geprobeerd wordt het filament te detecteren, zal hier ‘Bezig met lezen’ te zien zijn. Als het lezen klaar is, kun je stoppen met laden. Als het filament nog steeds niet wordt herkend, kan je het type selecteren in het selectiescherm. Als dit probleem zich blijft voordoen of bij meerdere spoelen optreedt, neem dan contact op met de klantenservice.
ONDERHOUD
Neem voor onderhoudsinformatie contact op met Dremel klantenservice. Bezoek de pagina Support voor de contactgegevens.
Dremel heeft wereldwijd servicecentra. Het adres voor retourzendingen vind je hier.
Ja. Dremel heeft hard aan de verpakking gewerkt zodat het uit- en inpakken van je Dremel 3D-printer snel en gemakkelijk gaat. De verpakking is handig om de printer later nog eens te verplaatsen of te bewaren.